Inleiding op VeRA: verschil tussen versies

Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 86: Regel 86:


• '''Primaire functies''': de bedrijfsfuncties in dit domein gaan over het feitelijke werk van de organisatie. Deze functies leveren een directe bijdrage aan de producten en diensten die een organisatie levert. Met andere woorden: deze functies leveren primair de toegevoegde waarde van de organisatie. <br>
• '''Primaire functies''': de bedrijfsfuncties in dit domein gaan over het feitelijke werk van de organisatie. Deze functies leveren een directe bijdrage aan de producten en diensten die een organisatie levert. Met andere woorden: deze functies leveren primair de toegevoegde waarde van de organisatie. <br>
<gallery>
 
Voorbeeld.jpg|Bijschrift1
Voorbeeld.jpg|Bijschrift2
</gallery><br>
Ten behoeve van Veiligheidsregio’s zijn deze primaire functies verder verfijnd in de categorieën: Klantcontacten, Risicobeheersing, Incidentbeheersing en Normaliseren (met uitzondering van Klantcontacten conform Aristoteles)
Ten behoeve van Veiligheidsregio’s zijn deze primaire functies verder verfijnd in de categorieën: Klantcontacten, Risicobeheersing, Incidentbeheersing en Normaliseren (met uitzondering van Klantcontacten conform Aristoteles)



Versie van 5 jul 2023 11:18

Veiligheidsregio’s en informatievoorziening

Nederland heeft 25 veiligheidsregio’s, waarin brandweer en GHOR met partners zoals politie, Ambulancezorg en gemeenten samenwerken aan het voorkomen en bestrijden van incidenten en rampen. In het verleden coördineerde een kleine regionale brandweerorganisatie de crisisbeheersing in samenwerking met gemeentelijke brandweerkorpsen.
Informatievoorziening is een samenspel van informatieprocessen, informatiesystemen, afspraken, techniek en data en moet functioneel zijn voor lokaal en regionaal niveau. Landelijke standaarden en afspraken zijn cruciaal om bovenregionaal te kunnen samenwerken, om aan te sluiten op de crisispartners én om te voldoen aan eisen op gebied van informatieveiligheid.
Informatie-uitwisseling tussen rijk en veiligheidsregio’s (zoals in KCR2 vorm wordt gegeven) en tussen regio’s onderling kan beter plaatsvinden op basis van landelijke standaarden en afspraken. Aan Informatievoorziening wordt daarnaast steeds hogere eisen gesteld en kan daarom niet zonder vernieuwing en innovatie.

De VeRA als gezamenlijk vertrekpunt

De VeRA is de referentiearchitectuur voor veiligheidsregio’s. Een referentiearchitectuur is een beproefd instrument om samenhang aan te brengen in de informatiehuishouding van een overheidssector en mogelijke samenwerking vorm te geven. De VeRA geeft regio’s een richtlijn voor de inrichting van de integrale informatiehuishouding. Zonder informatiedeling kan de veiligheidsregio haar inwoners niet goed tegen risico’s beschermen.

Eerder (2008) heeft een werkgroep de Informatie Architectuur Sector Veiligheid opgesteld, de IASV. De IASV is een informatiearchitectuur specifiek voor de opgeschaalde situatie. De scope van de VeRA is breder dan de opgeschaalde situatie. In de VeRA worden producten opgeleverd die betrekking hebben op de bedrijfs- en informatiearchitectuur, op het niveau van de administratieve organisatie, de koude voorbereiding van inzet van hulpverlening en opgeschaalde crisisbeheersing binnen een veiligheidsregio en op het niveau van de landelijke voorzieningen zodat optimale informatiedeling kan plaatsvinden. Bij het opstellen van de VeRA is rekening gehouden met de IASV.

De doelstelling van de VeRA is het bevorderen van de samenwerking tussen veiligheidsregio’s onderling én met ketenpartners, door het benoemen van generieke elementen in de informatiehuishouding van veiligheidsregio’s. Omdat de veiligheidsregio’s erg van elkaar verschillen qua inrichting, richt de VeRA zich juist op de gemeenschappelijke kenmerken, principes en uitgangspunten.
Via ‘praatplaten’ helpt de VeRA beslissers op het gebied van informatiemanagement, informatiemanagers, architecten en inhoudelijk specialisten om het gesprek aan te gaan. De VeRA richt zich nadrukkelijk op deze eerste twee groepen betrokkenen.

Informatiemanagers en -architecten in veiligheidsregio’s kunnen de VeRA ook als basis gebruiken om intern een bedrijfsreferentiearchitectuur op te stellen. Dit helpt bij het standaardiseren van initiatieven op het gebied van informatiearchitectuur binnen de veiligheidsregio’s, wat samenwerking vereenvoudigt.

Concreet kunnen veiligheidsregio’s de VeRA toepassen bij het:

• Vormgeven van samenwerking tussen veiligheidsregio’s;

• Inrichten van informatie-uitwisseling met ketenpartners;

• Bediscussiëren van informatieketens in de organisatie;

• Inrichten van het gebruik van basisregistraties;

• Kiezen van sectorale of regionale oplossingen voor informatievoorzieningen;

• Kiezen van landelijke voorzieningen;

• Aanschaffen van software;

• Opstellen van bestekken voor aanbestedingen;

• Opstellen of geven van opleidingen rondom informatiemanagement⁵;

• Indelen van beheertaken.

De VeRA omvat brandweer en GHOR, de bijbehorende meldkamerprocessen en de ondersteunende afdelingen. De politie valt organisatorisch buiten de veiligheidsregio’s; zij is daarom geen onderdeel van de scope van de VeRA. Ook de GGD is geen onderdeel van de VeRA. De GGD heeft een eigen referentiearchitectuur (PURA).

De VeRA in groter verband

Figuur 1.1. Hierarchie van architecturen.gif

De VeRA is een uitwerking van de Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA). De NORA bevat inrichtingsprincipes, modellen en standaarden voor het ontwerp en de inrichting van de elektronische overheid.
Het accent ligt daarbij op het mogelijk maken van samenwerking tussen overheidsorganisaties in ketens en netwerken.

Onder de NORA bestaan een aantal sectorale referentiearchitecturen, zoals de EAR (Enterprise Architectuur Rijksoverheid), PURA (PUblieke gezondheid Referentie Architectuur), PETRA (Provinciale EnTerprise Referentie Architectuur), GEMMA (GEMeentelijke Model Architectuur) en WILMA (Waterschap Informatie Logisch Model Architectuur). De VeRA hoort ook in dit rijtje thuis. De sectorale referentiearchitecturen zijn landelijke referentiemodellen waarin de generieke aspecten van een bepaalde sector beschreven worden en die de basis vormen voor eigen bedrijfsarchitecturen. Als een organisatie werkt onder architectuur, dan wordt per project een project-startarchitectuur (PSA) opgesteld die is afgeleid van de bedrijfs-referentiearchitectuur.

De architectuurproducten van de VeRA

Als verfijning van NORA gebruikt de VeRA hetzelfde architectuurraamwerk als NORA.

Figuur 1.2: Architectuurraamwerk NORA

Het raamwerk heeft drie architectuurlagen: Bedrijfsarchitectuur, Informatiearchitectuur en Technische architectuur.
Er zijn ook drie kolommen:
– Actoren: Wie neemt actie? Organisaties, informatieverwerkers (personen en applicaties) en machines/computers;
– Wat: Wat wordt geleverd? Diensten, berichten, gegevens
– Hoe: Hoe gebeurt dit? Processen, communicatie, integratie en netwerk.

Figuur 1.3 Architectuurraamwerk NORA met de invulling van de VeRA

Organisaties werken met elkaar samen op basis van afspraken. Het moet daarom duidelijk zijn welke functie iedere organisatie heeft als onderdeel van de samenwerkende overheid. De diensten en producten die organisaties aan burgers en bedrijven leveren, zijn het resultaat van de samenwerking tussen organisaties (en van afdelingen). Diensten zijn het resultaat van bedrijfsprocessen.

Medewerkers voeren processen uit met behulp van applicaties. Berichten met gegevens zijn de (elektronische) documenten die in het kader van dienst- en serviceverlening worden uitgewisseld tussen medewerkers via applicaties. Informatie-uitwisseling vindt plaats met behulp van applicaties.

Technische componenten zijn machines of platforms waarop de applicaties en databases draaien. Gestructureerde data wordt opgeslagen in databases en ongestructureerde gegevens in een digitaal archief. Het netwerk verzorgt het fysieke transport van de berichten, informatie en data. Beheer, beveiliging en privacy hebben invloed op alle genoemde aspecten.

De VeRA beschrijft de volgende 3 architectuurelementen:
1. Een set basisprincipes voor het inrichten van de informatieomgeving van de veiligheidsregio;
2. De bedrijfsarchitectuur laag;
3. De informatiearchitectuur laag.

Domeinen

In de NORA is een Basisarchitectuur overheidsorganisaties vastgesteld. VeRA maakt hier, als verfijning van de NORA, ook gebruik van.

Figuur 1.4.: basisarchitectuur raamwerk VeRA (gebaseerd op raamwerk overheidsorganisaties)

De Basisarchitectuur bestaat uit de volgende domeinen:

Contacten: hier worden de belangrijkste ketenpartners, leveranciers en/of klanten (lees: burgers en instellingen) van een overheidsorganisatie weergegeven.

Besturende functies: de bedrijfsfuncties in dit domein geven weer hoe de organisatie zichzelf richting geeft, zichzelf bijstuurt en zichzelf ontwikkelt.

Primaire functies: de bedrijfsfuncties in dit domein gaan over het feitelijke werk van de organisatie. Deze functies leveren een directe bijdrage aan de producten en diensten die een organisatie levert. Met andere woorden: deze functies leveren primair de toegevoegde waarde van de organisatie.

Ten behoeve van Veiligheidsregio’s zijn deze primaire functies verder verfijnd in de categorieën: Klantcontacten, Risicobeheersing, Incidentbeheersing en Normaliseren (met uitzondering van Klantcontacten conform Aristoteles)

Secundaire functies: hierbij gaat het om de zogenaamde PIOFACH-functies. Deze bedrijfsfuncties ondersteunen de overige bedrijfsfuncties en kunnen worden gezien als generieke functies die in elke willekeurige organisatie te herkennen zijn.

Bronnen: Naast de domeinen waarbinnen bedrijfsfuncties worden onderkend en het contacten domein, is er ook een specifiek domein Bronnen. Het spreekt voor zich dat een bedrijfsfunctie gebruik maakt van gegevens. Sterker nog, de samenwerking tussen bedrijfsfuncties vindt voor een belangrijk deel plaats door uitwisseling van gegevens.

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 5 jul 2023 om 11:18.